Vier verdiepingsvloeren zijn eruit geslagen zodat enkel de ‘schil’ van het monumentale pand bleef staan. Middels een staalskelet-constructie in het gebouw te zetten is er een interieur ontstaan zonder ‘kamers’ maar ‘geschakelde open ruimtes’ met spectaculaire horizon- en verticale doorzichten waarbij het daglicht tevens via het dak op alle verdiepingen binnen strijkt.
Een enorme vide met een loopbrug en glazen wanden zorgen ervoor dat het daglicht overal binnen komt. Er is een verticale eenheid gerecreëerd door drie kolommen op verschillende verdiepingen te laten doorsteken. De zwevende zithoek en de loopbrug zijn hieraan opgehangen en de haard, televisie, de keukenapparatuur en kledingkasten zijn hierin verwerkt. De horizontale en verticale architectuur met niveauverschillen in de vloeren en plafonds lijken in elkaar geboetseerd te zijn tot een soort object.
In het boek ‘buitengewoon wonen’ noemde ze dit interieur ‘Escheriaans Labirint’.
Alles in dit gebouw is ‘out of the box’. Een trap van glas en rubber, de ‘keuken’ ontworpen als iPods met een ingewerkte bar en een scharnierende glazen ‘spat-wand’ met als inspiratiebron een motorkap van een Ferrari. Een zwevende zithoek, een bad-huis voor de kinderen waar omheen gerend kan worden en o.a. een bijzonder verlichtingsplan zorgen ervoor dat een woonprofessional van het bekende EDHA-interieur zei: “Dit interieur mag nooit meer afgebroken worden”.